Hop, de markt op!
Als welwillende chambres d’hotes eigenaar ben je al snel enig besef van tijd kwijt. Doorgaans heb ik geen idee of we ons nog doordeweeks of al in het weekend begeven. Maar op mijn ronde langs de ontbijttafeltjes zie ik het meteen: vandaag is er een markt in de buurt! De vrouw wiebelt onrustig op haar stoel. Dat getreuzel van manlief gaat allemaal af van de zuivere shoppingtijd. Dat kan nooit de bedoeling zijn.
Normaliter komen de gasten zo rond 9 uur aansloffen. Rustig een baguette en croissant eten, genieten van het zelfgemaakte yoghurtje en dito jam. Nog een koffie na en dan eens kijken wat te doen. Zo niet op een marktdag! Kwart over 8 moet de koffiekan al bijgevuld worden. Nee, vandaag geen eitje, geen tijd, we moeten haast maken. Want de Provençaalse markt roept. Nou, vooral naar de vrouw dan. Die ziet verrukt uit naar een nieuwe rieten mand, tafellaken en die luchtige Franse jurkjes. De man daarentegen valt doorgaans wat stil en trekt wit weg rond de neus. In een verwoede poging om de markt te kunnen omzeilen, wordt er gemompeld dat het er vast heel druk en warm zal zijn en dat je werkelijk nergens je auto kan parkeren. De echte durfal beweert keihard dat die jolige jurkjes geen pas hebben in het druilerige weer thuis. Ik probeer daar dan behendig tussendoor te manoeuvreren en sus de boel een beetje met de wijsheid dat als je één van die Provençaalse markt hebt gezien, je ze allemaal wel gezien hebt. Het huwelijk is een beetje geven en nemen: de man de Ventoux, dan de vrouw haar markt.
Ach, ze heeft nog gelijk ook. De Provençaalse markten staan bekend om hun overvloed aan verse producten. De zongerijpte groenten en fruit, worstjes, olijfolie en honing strijden het hardst om de eer. De geur van lavendel snelt je tegemoet. Er staat altijd wel zo’n hard roepende koopman met de uitvinding van de eeuw en een wat viezig mannetje dat medio juli nog verse truffels denkt te kunnen verkopen. Na de koffie om 11 u – geen Fransman die dat begrijpt-- eindigt een bezoek aan de markt vaak achter een rosétje op het terras. De vrouw blij met de nieuwe aankoop en de man blij dat het achter de rug is.
De Fransen zijn dol op keurmerken en hebben de mooiste en grootste markten gelabeld met een ‘Parasol d’Or’. Zomer of winter, feestdag of niet: zo’n markt gaat gewoon door! Niet dat elke koopman er altijd staat. Dat is een kwestie van goed doorrekenen. Kan de opbrengst van de dag hoog genoeg zijn om de kosten van het huren van de standplaats, de twee croissants in de ochtend, de lunch en péage te compenseren? De standjes met een hoog toeristengehalte vallen als eerste af. De nougat trekt zich terug naar Montelimar. Daar hoort hij thuis. Niet op de markt, waar nietsvermoedende toeristen de schrik van hun leven krijgen als ze voor een gering stukje de hoofdprijs moeten betalen. Ook de lavendel legt snel het loodje. De handige jongen die wat van de verlepte steeltjes in een zakje weet te proppen en daar met een gerust hart 5 euro voor durft te vragen, krijgt bij geen enkele Fransman de handen op elkaar. Wat overblijft, zijn de essentiële dingen des levens hier à la campagne. Goede kazen, lekkere patés, verse vis, mooi stukje vlees. En dat wijntje bij de lunch. Rood, geen bleek rosétje.
Zo’n Provençaalse markt is nou typisch zo’n geval van ‘je had erbij moeten zijn’. De levendige sfeer valt moeilijk te beschrijven. Wat maakt het uit als die rieten mand na twee jaren de geest geeft? Hup, in het luchtige jurkje gewoon weer de mensenmassa in en volop genieten van je vakantie in de Provence. Zijn wij die ochtend ook eens lekker vroeg klaar met het ontbijt!