baguettes

Het is jullie wellicht ontgaan, maar het heuglijke feit is daar: de Franse baguette heeft een plek veroverd in de werelderfgoedlijst van Unesco.  Niet dat onze nationale lieveling enige promotie nodig heeft. Er worden in Frankrijk maar liefst 6 miljard baguettes per jaar verkocht. De geur die uit zo’n pittoreske bakkerijtje komt dampen, is moeilijk te weerstaan. Voordat je het weet, loop je met een  warme baguette onder de ene arm en een papieren zakje in de andere hand. Waarin al snel de eerste vetvlekken verklappen dat het hier om de enige, echte roombotercroissants gaat. Jaja, had je niet moeten doen, maar een mens moet wat, nietwaar?

Onderweg naar huis is er dan keiharde discipline nodig om van dat kontje van de baguette af te blijven. Vele stokbroodjes komen zonder hun ‘quignon’ uit de strijd. Slechts een enkeling haalt de keukentafel in zijn volle glorie met de wettelijke voorgeschreven 65 cm lengte en 250 gram gewicht.  Bien sûr dat daar een wet voor is. Sterker nog: de baguette kent zijn eigen etiquette.

Zo mag je zelfs in de beste restaurants naar hartenlust de restjes van je bord opvegen met een stukje baguette. Nou niet meteen het hele bordje glanzend achterlaten, alles met mate. Toen onze buurman nog onder ons was en wij Indisch voor hem hadden gekookt, sloeg bij hem even de blinde paniek toe. Geen stokbrood, wat nu? ‘Saucer’ zit in de aard van het Franse beestje, dan maar met de kroepoek aan de slag.  Het lukte hem wonderwel, maar zag er wat onbeholpen uit. Overigens hebben we dezelfde buurman ooit een kauwstokje in de hand gegeven met de bedoeling dat hij daarmee ons hondje Bartje zou verblijden. Hij mompelde ‘curieux’ en begon er vervolgens zelf aan de knabbelen. Het kan dus ook aan die brave man zelf hebben gelegen.

Dergelijke komische taferelen zien wij ook wanneer wij Franse gasten aan het ontbijt hebben. Een stuk baguette wordt met de hand afgebroken, rijkelijk besmeerd met boter en confituur om dan in de koffie ondergedompeld te worden. Met heel veel melk én in ons afvalbakje! Voor het betere sopwerk zijn blijkbaar onze normale koppen veel te klein. Hele stokbroden en croissants kennen zo hun verdrinkingsdood. Terwijl ze zo knapperig de dag begonnen.

Misschien maar goed ook, want een baguette is knapperig in de ochtend maar wordt in de loop van de dag zo hard, dat je er in een enkele beweging zo een volwassen vent mee tegen de grond mept. Dus om ongelukken te voorkomen gaan vele Fransen twee keer per dag naar de bakker.

Jullie begrijpen: in dit land wordt brood zeer serieus genomen en de bakker verheerlijkt. Wij waren dan ook blij verrast toen er breeduit werd aangekondigd dat Seguret een bloedeigen bakker zou krijgen. Wij komen om in de bijou en souvenirwinkels, maar een eigen bakker hadden wij nog niet. Om het dan helemaal authentiek te maken, zou de beste man zich vestigen in de four, de plaats waar al sinds de 14e eeuw de dorpsoven stond.  Niet alleen wijn, maar ook brood uit Seguret. Dat doet het goed bij onze gasten. Dus wij op pad. In de volle overtuiging dat wij hier een jonge ondernemer een vliegende start zouden bezorgen. Nou, niet dus. Bij het horen van het vroege uur waarop wij ons brood wilden ophalen, betrok het gezicht. En baguettes, daar haalde meneer zijn neus voor op. Daar is geen eer aan te behalen. Zijn handen kneden enkel donkerbruin brood en dat dan maar drie dagen in de week. Van 9.00 u in de ochtend tot 13.00 u ’s middags. Het is nooit wat geworden tussen ons. Blij toe.  De baguette verdient beter! Wij hebben het tenslotte wel over werelderfgoed, met een heerlijk kontje.