la Pétanque!

Ik mag het vast niet hardop zeggen, maar toch: die opwarming van de aarde heeft ook zo zijn voordelen. Het is eind september, 30 graden en heerlijk zonnig. De table d’hôtes kunnen prima buiten aan de lange tafel. Gelukkig maar, want we kunnen met geen mogelijkheid 17 gasten binnen herbergen. Alles ziet er beter uit als de zon schijnt, zong André al en hij heeft gelijk. Het fijne weer houdt voorlopig stand. Dat komt goed uit want we maken ons op voor een week vol wijnactiviteiten. High Wine, wijnproeverijen, wandelingen door de wijngaarden, rondleiding door ons prachtige Seguret, Provençaalse tapasbuffet en picknick tussen de wijnranken. Je zou er spontaan dorst van krijgen. De wijnoogst is grotendeels binnen en de wijnboeren komen een beetje op adem. Wij gaan nog tot de tweede week van november volle vaart vooruit. Met alle soorten van genoegen. Ons hoor je niet klagen.

De grijze golf. Zo noemen we dit gedeelte van het seizoen. De gasten zijn doorgaans 60+ers, die volop genieten van het leven. De betere wijnen en dito restaurants varen er wel bij. Wordt in de zomer volop gefietst, gezwommen en geklommen, nu staat een partij pétanque op het programma. Niet het suffe werk, de vonken slaan er bij tijd en wijle vanaf. De spelers staan elkaar naar het leven. Met wijnglas in de ene en meetlint in de andere hand. Soms kan een welgemeend ‘merde’ niet onderdrukt worden. En daar blijft het niet bij. Er wordt volop gedreigd met ene Fanny. Nou, eigenlijk met haar billen. Daarover later meer.

La pétanque, van het Provençaalse ‘pèd tanco’, is een van de vele varianten van de jeux de boules. In deze variant moeten de voeten tijdens het gooien bij elkaar gehouden worden. De baan is iets korter en bevindt zich meestal op een idyllische plek. Onder platanen die de zonnestralen prachtig filteren. Vaak in de buurt van het dorpscafé zodat de spelers makkelijk hun wijntje of pastis kunnen bemachtigen. Er wordt gevloekt, gemompeld en geroddeld. Het leven is eenvoudig en goed. Meer hoeft dat niet te zijn. Maar ondertussen is het niet zo onschuldig als dat het eruit ziet! Verwoed wordt de score bijgehouden. En die ballen kosten een klein fortuin.

Hoe zit het nou met die Fanny? Fanny was een serveerster, oorspronkelijk uit de Savoie. Een alleraardigste dame. Degene, die met pétanque nul-komma-nul punten had gescoord, mocht als troost haar wangen kussen. Totdat de burgemeester van het dorpje bij het spelletje niet van de 0 afkwam. Hij ging roemloos ten onder en bedelde bij Fanny om troost. De lippen getuit, je ziet de arme man staan. Blijkbaar zag  Fanny de burgemeester liever gaan dan komen. Zij sprong op een stoel, trok haar rok omhoog en riep dat hij haar billen kon kussen. De vooroorlogse variant van ‘kiss my ass’. Die Fanny was haar tijd ver vooruit. Ik mag die meid wel. Hoe dan ook: Een traditie was geboren.

Onlangs kregen wij van (schoon)zus en zwager een Fanny. Zelfgemaakt en ronduit prachtig. Veel verder dan een ‘le Bouquet de Seguret’ wisselbeker voor pétanque waren we niet gekomen, dus dit is een ware aanwinst. Het is een fris en fruitige, petite Française. Haar de billen kussen zou een waarlijke troost zijn bij o punten. Echter, volgens de traditie is Fanny in de loop der tijd wulpser en wulpser geworden. Inmiddels is ze veel vrouw. Met dito billen. Maar dat mag ik vast ook niet zeggen.  Hoe dan ook, de messen zijn geslepen, de ballen rollen, de punten bijgehouden. En Fanny? Die staat te wachten op haar stoel. Het is maar dat je het weet.