de groene fee

Ze zeggen dat de ergste hitte voorlopig voorbij is. Het zal wel. Ik laat me niet meer foppen en gooi overal ladingen ijsklontjes in. Ongegeneerd, gewoon op het terras, zelfs in de Provençaalse rosé. Om een beetje met de mode mee te doen, is dat arme vocht abrupt en veel te snel gescheiden van zijn  druivenvelletjes en daardoor bleekjes uitgevallen. Met een ijsklontje of twee is alle kleur verdwenen en lijkt het alsof ik een glas limonade achterover sla. Hele lekkere limonade waarvan de alcohol in deze hitte de uitwerking op mij niet mist. Terwijl ik toch al 14 jaar ervaring achter de huig heb zitten!

Normaliter zijn de ijsblokjes in onze streek bedoeld voor het verdunnen van de pastis. Klokslag 12 uur verzamelen de dames-op-leeftijd zich achter zo’n glas anijsdrank. Pastis betekent in het Provençaals een ‘mengsel’, in dit geval van steranijs, zoethout en wat kruiden. Van oorsprong uit Marseille en vreselijk populair hier. Als aperitief. De ijsklontjes en water worden toegevoegd om de pastis te verdunnen. En dat is niet voor niets. Het alcoholpercentage ligt op een angstvallige 40 a 45%. Ik sta er altijd van te kijken hoe soepeltjes de dames het boeltje naar binnen weten te klokken! Van verdunnen houden zij doorgaans niet zo. Het wel en wee van de goegemeente moet besproken worden met een flinke dosis alcohol. Dergelijke weerstand bouw je waarschijnlijk in de jaren op. Dan weet ik wat me te wachten staat.

De pastis is ontwikkeld nadat de productie en consumptie van de voorganger absint in grote delen van Europa verboden werd. ’De groene fee’, zo genoemd door de groengele kleur van absint, had op zijn zachts gezegd een imagoprobleem. Hevige drinkers ervan zouden lijden aan spraakstoornissen, epileptische aanvallen en levendige hallucinaties. Er werd melding gemaakt van manies, hersenverweking, algehele verlamming en psychoses. Maar absint zou ook een grote bron van artistieke inspiratie zijn. Van Gogh en Paul Gauguin zagen er de prachtigste kleuren door, Oscar Wilde en Ernest Hemingway deden het er ook goed op. En dat zijn toch niet de minste van hun soort!

Maar het liep vreselijk uit de hand en er kwam een verbod op. Boze tongen beweren dat de Franse regering hier een flinke hand in heeft gehad. Eind 19e eeuw waren de wijngaarden in Frankrijk verwoest door de luis en lag de wijnproductie stil. De Fransen zochten massaal hun troost bij absint. Nadat de wijnproductie weer in orde was, met behulp van resistente Amerikaanse wijnstokken, heeft de Franse overheid erg haar best gedaan om absint in het verdomhoekje te krijgen en daarmee de Fransen weer aan de wijn.

Gewoon zoals het hoort. De Fransen aan hun wijn, geen gekmakende taferelen meer. Nu alleen nog voorkomen dat de hitte ons naar de kop stijgt. De mens doet rare dingen in deze temperaturen. Zo kreeg ik gisteren een verhaal toegestuurd dat de hondenbezitters in Béziers verplicht worden om de DNA van hun hond op te laten slaan in een databank. Op deze manier kunnen de drollen die in de stad zijn achtergelaten, gekoppeld worden aan de betreffende hond en de nalatende eigenaar daarvan. De baas mag alleen met zijn geliefde viervoeter de straten van de stad betreden als hij het DNA paspoort van de hond bij zich heeft. Zo niet, wacht hem een boete van 38 eurootjes. Een match tussen achtergelaten drol en dader kent een boete van 122 euro. Er worden nu daar in het pittoreske Béziers 1000 hondendrollen per maand van de straat gehaald, dus tel uit je winst!

Het is een nobel streven. Daar valt niets van te zeggen. Het zou het op 1 april ook goed doen. Maar als jullie nu een volgende keer zitten te zweten van de hitte in een of andere file, denk dan eens aan de ambtenaar die deze niet zo schone taak op zich gekregen heeft. Je zal toch de hele dag bezig zijn met de drol-dader-match. In een ongetwijfeld troosteloos kantoor met haperende airco. Smaakt dat bleke roseetje op het terras ineens nog lekkerder. Zeker met een verkoelend ijsklontje erin! Santé!