de hemel

Allez hop, hij is binnen! De Travelers’ Choice Award. Eergisteren mailde Tripadvisor ons dat we weer tot de allerbeste chambres d’hôtes van Frankrijk behoren. Voor het tiende jaar op een rij nu. Het zal jullie waarschijnlijk een zorg zijn, maar ik verzeker je: hier in huize Bouquet wordt erg naar deze mail uitgekeken. Wij weten dat de uitslag rond deze tijd bekend wordt gemaakt, maar het is zo treurig met je gesteld als je te vaak je mailbox checkt. Dat weerhoudt mij er niet van om de F5 knop zowat het toetsenbord in te rammen.

Ook op dat gebied ontkomen we niet aan de Franse invloed. Onder het volk dat het ‘joie de vivre’ heeft uitgevonden, zitten namelijk behoorlijk wat mopperkonten.  Stonden we bij de eerste award nog te springen van vreugde, nu werd er eventjes instemmend geknikt. En vierden we het heuglijke feit op de traditionele Franse manier: wij zijn uit eten gegaan. Doen de Fransen gemiddeld 1x per week. De andere 6 dagen praten ze daarover. Ze kunnen genadeloos een restaurant maken of breken, zitten ze helemaal niet mee. Dit heeft bij ons regelmatig geleid tot pijnlijke momenten van plaatsvervangende schaamte. Net iets te hard wordt er nog tijdens het restaurantbezoek vol lof gesproken over juist een ander restaurant. Een ober vertwijfeld achterlatend, terwijl wij wat schichtig om ons heen kijken.

Over het algemeen zijn de Fransen niet van die uitgesproken blije types. Het is een sport wat onderkoeld over te komen. Terwijl de mussen met 40 graden van het dak vallen, zegt men hier dat het inderdaad ‘niet koud’ is. De eerste keer dat ik op mijn vraag hoe het ermee ging, het wat treurig uitgesproken ‘ça va, ça va’ als antwoord kreeg, dacht ik meteen dat er iemand in mentale nood verkeerde. Inmiddels weet ik dat alles dan prima z’n gangetje gaat. Als ik weer eens enthousiast uit mijn fontanel ga, dan volgt vaak een minzaam ‘pas mal’, niet slecht.

Het is een paradox. De uitdrukking laat God toch niet voor niets in Frankrijk wonen? De Fransen zelf vinden dit land absoluut het beste land ter wereld om in te wonen, maar ja, die vijgen waren niet zoet genoeg, de olijven willen maar niet groeien en wijnoogst viel ook al niet mee.

Het is maar waar je je druk over kan maken. ‘la vie est belle’. Wij zeggen het vaak en soms zonder er bij na te denken. Het klinkt zo lekker Frans en doet het goed bij het proosten. Recent hadden we een gast die medisch uitbehandeld is. Met veel medicijnen wordt er tijd gekocht. Vorig jaar lukte het niet om terug te komen, maar nu zijn ze er weer. Klasse! Zittend op ons terras, genietend van het uitzicht op Seguret, zei zij: “als de hemel er zo uitziet, vind ik het niet zo erg meer”. Ik schoot vol en liep snel door, zogenaamd druk met het ontbijt. De opmerking bleef lang hangen. Want wat hebben wij het hier goed. Wij beloven hier en nu plechtig om niet meer te klagen. Eens kijken hoe lang wij dat volhouden. Want de mussen vallen nu niet van het dak, maar verzuipen in de dakgoot. En die hebben we zelfs niet.