tussen 8 en 80

Ja, het is gebeurd. Voor de eerste keer in mijn leven … een jong ding stond voor mij op. Hij keek me eerst wat aan, inschattend waarschijnlijk of ik het nog even zou redden, maar besloot toen dat dit een hopeloos gevalletje was. Met veel aplomb veerde hij uit zijn stoel en gebaarde mij dat ik me daar kon settelen. Eerst rechtte ik mijn rug, mompelde dat het allemaal prima in orde was en ging toen toch maar door de knieën. Letterlijk en figuurlijk.

Dit jaar word ik 60. Ben je ineens senior en linea recta ondergebracht in de groep van kwetsbaren. Met voorrang op vaccins en bij kassa’s. Laatst moest ik me een ongeluk scrollen om mijn geboortejaar te kunnen aanklikken op internet. Ik was even bang dat de lettergrootte samen met de leeftijd zou toenemen, maar zo ver was het (nog) niet. Net voordat we naar Frankrijk vertrokken, ben ik geholpen. Nee nee, niet dat. Ik heb mijn ogen laten laseren. Dus lange tijd kon ik vrolijk alles van veraf en dichtbij zien. Ook dat wordt wat minder. Of mijn armen worden korter. Heb nu zo’n mono prix (de Franse variant van de Hema) brilletje. Ik hoor mijzelf zeggen dat het alleen nodig is als het licht slecht is. Maar ja, dat licht is nou juist hier in de Provence vaak prima in orde.

Het ligt dus aan de leeftijd. Je zou het niet denken, maar eigenlijk doet mij dat niet zoveel. Hoe anders was het toen ik 30 werd. Volop in de vaart der volkeren had ik besloten dat het met mij alleen maar goed zou komen als ik op mijn dertigste een-ton-en-een-turbo zou hebben. Strak in het mantelpakje en het vizier gericht op die oude mannen in de top van het bedrijf. Die waren full time aan het wikken en wegen. Hoe moeilijk kon het zijn? Ik realiseer me dat die mannen toen waarschijnlijk jonger waren dan ik nu. Het kan verkeren.

Het leven is prachtig tussen de acht en tachtig. Wijze woorden van mijn schoonvader. Dan heb ik nog best een lekker tijdje voor de boeg. Vooral omdat we met z’n allen steeds ouder worden. Ook in Frankrijk met zijn zon, rode wijn, knoflook en olijfolie. Dat mediterrane dieet zou tegelijkertijd gewicht verlagend en levensverlengend werken. Nou over dat gewicht begin ik te twijfelen, dus alle hoop is gevestigd op de 100 jaar. En dat zou zo maar eens kunnen lukken. Wie nu 50 jaar is, heeft een kans op één op 10 om een honderdjarige te worden. Als je een vrouw bent. De mannen maken geen schijn van kans. Slechts 1 op 28 mannen halen het maar. Waarom dat verschil? Ik heb geen idee, vette pech, niets aan te doen, we moeten door.

Met een beetje mazzel heb ik dus nog veertig jaar in het verschiet. Natuurlijk, ik heb de meeste baguettes in mijn leven al achter de kiezen, maar toch. Zou ik dan ook een senior variant van mijn 30 jaar-ton-en-turbo moeten hebben? Dat vind ik knap lastig. Op mijn dertigste was ik bezig met het verrijken van mijn eigen leven. Nu zou ik vooral een verrijking in het leven van anderen willen zijn. Hier in de Provençaalse zon, met een olijfje, wijntje en leuke gasten kan ik oprecht zeggen dat ik alles heb wat mijn hartje begeert. Ik vind het eigenlijk al lang goed als dat hartje dan vooral maar blijft kloppen.

Als een Fransman er piekfijn uitziet, dat zeggen ze dat hij op z’n 31e is. “Se mettre sur son 31”. Dat is zoiets als in dat mantelpakje van mij toen. Jos en ik grappen altijd dat wij willen eindigen in een zuurstokroze polyester joggingbroek, grijze haren in de wind, achter onze rollator in volle vaart van de helling van het bejaardenhuis. Zo recht het tegenovergelegen Café des Sports in. Voor een rood wijntje. Ik zou er voor tekenen. Heb ik geen leesbrilletje voor nodig. Als het licht goed is.