In de beentjes
Ons 14e seizoen is uit de startblokken. Een vliegende start: tot 7 oktober volgeboekt. We waren wel klaar met die winterslaap en hebben er zin in. Hophophop, in de beentjes.
Vast onderdeel van ons bestaan is het regelen van een lekker ontbijtje voor de gasten. Ik vind dat misschien wel het fijnste moment van de dag. Het is nog lekker koel, de zon schijnt prachtig op het dorpje, sommige gasten spartelen al in het zwembad. Met een Franse chanson zacht op de achtergrond, dek ik de tafeltjes. Op m’n gemakje.
Zo niet Jos. Die moet richting de dorpsbakker voor hordes baguettes, croissantjes en pains au chocolat. En dat is allesbehalve rustig.
Vanochtend was het weer eens zo ver. Terwijl Jos richting het dorpje tufte, werd hij links en rechts ingehaald door verhitte Françaises. Met een verbeten trek om de gestifte mond. Moeders op jacht naar de schoolbus om daar nog net op tijd hun kroost in te kunnen droppen. Dat maakt hen een gevaarlijk volkje op onze doorgaans rustige weg. De tractoren tijdens de wijnoogst halen een topsnelheid van 25 km per uur. Nou, daar zitten onze moeders binnen een nanoseconde op.
Zij hebben haast. Zij zijn op weg naar hun werk. Veelal een full time baan. Dat is goed voor de economie, maar vooral ook een kwestie van zelfbehoud. Zo’n 1 op de 2 huwelijken haalt hier de finishlijn niet en dan is het wel handig om je eigen broek op te kunnen houden. Zonder salaris ook geen staatspensioen, zelfs niet op je 64e. Dus ook hier, hophophop, in de beentjes.
Geen grammetje schuldgevoel als de kinderen vijf dagen per week uitbesteed worden. Daar zit een Française niet mee. Geen moedermaffia op het schoolplein. Sterker nog: Dat vindt men juist goed. Stel de kinderen maar bloot aan zoveel mogelijk externe invloeden. Dat kweekt karakter.
Wat natuurlijk ook erg helpt, is dat het Franse onderwijs is ingericht op werkende ouders. Al vanaf de leeftijd van 3 jaar mogen de kinderen naar school. Tussen de middag krijgen de kinderen warm eten. Daar wordt, zoals het Frankrijk betaamd, uitgebreid de tijd voor genomen. Er wordt geclaimd dat de Franse kinderen zo al leren om geduldig in een restaurant aan tafel te blijven zitten. Ik zeg: invoeren, in alle landen!
De kinderen eten geen klef boterhammetje dat deels in de vuilnisbak verdwijnt, maar een heus viergangenmenu. Met kaas natuurlijk en eens per week verplicht vegetarisch. De schooldagen duren lang en zijn pas om half vijf afgelopen. Daarna worden de onderwijzers afgelost door enthousiaste animateurs, die de kinderen tot 6 uur weten te vermaken. Echt, als ik een keer zwaar getafeld heb, krijg ik nachtmerries over zo’n baan. Maar er zijn dus mensen die daar hun ziel en zaligheid in weten te leggen. Vaak wordt dan ook het huiswerk al gedaan. Als mams of paps aan komt scheuren om de kinderen van de schoolbushalte op te halen, zit dat werk er allemaal al op.
Ik hoor jullie denken. Dat zal een lief centje kosten. Klopt, al dat gemak kost 3,5% van het BNP en dat is ruim meer dan in Nederland. Doordat moeders én kunnen werken én een gezin kunnen stichten, is alle hoop gevestigd op de (inderdaad) hoge geboortecijfers in Frankrijk. Die aanwas zal in de toekomst de Franse economie erg helpen. Althans, dat is de gedachte. Het klinkt mij een beetje als uitgesteld geluk.
Feit is wel dat de madammekes hier op het platteland stoere dames zijn die keihard werken. Naast hun full time baan en de zorg voor de kinderen, springen ze waar nodig bij in de wijngaard om manlief te helpen. Niks Franse slag. Gewoon volle vaart vooruit. Net zoals in die auto. Arme Jos, die moet morgenochtend weer met gevaar voor lijf en leden de schoolbus weten vóór te blijven. En tegelijkertijd die verhitte Françaises ontwijken. Het is dat die croissants zo verdomde lekker zijn…